Posts in category Learning Centre Delft

Wat heeft de praktijk aan de bevindingen van het onderzoek?

Het uiteindelijke doel van de in dit onderzoek genoemde bevindingen op het gebied van de fysieke omgevingsaspecten, is de realisering van een zo goed en doordacht mogelijke leeromgeving voor de leerlingen. Een goede leeromgeving, afgestemd op de behoeften van de leerlingen (en de docent), zal een positieve bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs.

Ook voor de docenten zelf, kunnen de bevindingen van de invloed van de fysieke leeromgeving erg nuttig zijn bij het realiseren van goed onderwijs. Zo zijn bijvoorbeeld orde of gedragsproblemen vaak op te lossen met een aanpassing van de fysieke leeromgeving. Een docent kan veel profijt hebben van een goede fysieke leeromgeving. De onderzoekers Veenman en Sleegers (1995) geven het belang van de fysieke leeromgeving aan: “De klas als fysieke omgeving waarin het primaire proces plaatsvindt, het creëren van leersituaties, beïnvloedt het gedrag van de leraar en de leerlingen, hun normen en verwachtingen, en speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van het onderwijs in de klas.”

Continue reading

Indeling zitplaatsen in de leerruimte

Wheldall en Glynn (1989), benadrukken dat zowel contextuele als sociale factoren van invloed kunnen zijn op het leren. Ze geven aan dat de indeling van zitplaatsen een belangrijk fysiek aspect is bij de vormgeving van het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat oogcontact de actie is waarmee we de intentie, om interactie aan te gaan met anderen, aangeven en signaleren (Brebner ,1982). Wil de docent interactie voorkomen, dan zouden de leerlingen zo weinig mogelijk oogcontact met elkaar moeten hebben.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat leerlingen beter werken wanneer zij naast een persoon van de andere sekse zitten, een heterogene samenstelling dus.

Continue reading

De sfeer van de ruimte

Het blijkt dat een bepaalde sfeer van de leeromgeving ook van invloed kan zijn op het leren. Het gaat dan bij sfeer met name om het zich prettig en op je gemak voelen in de ruimte. Daardoor kan de leerling zich beter bezig houden met zijn (leer)taken. Studenten en leraren voelen zich beter en werken effectiever in een gezonde, functionele en stimulerende omgeving (Laat je zintuigen niet beperken, 2002). Veenman en Sleegers (1995) spreken hierbij over de ‘affectieve kwaliteit’ van de ruimte, die van invloed is op de taakvolharding: “In een vrolijk, fleurig klaslokaal zijn de leerlingen geneigd zich langduriger met een taak bezig te houden.”… “De leerlingen voelen zich in een lelijke, sfeerloze, onplezierige omgeving ontevredener en vermoeider, en willen, als het even kan, de ruimte verlaten.”

Continue reading

Een comfortabele leer- en werkplek

Bij een comfortabele leer- werkplek, speelt een goede ergonomie een belangrijke rol. Ergonomisch gevormde, in hoogte verstelbare stoelen en tafels verminderen de kans op overbelasting. Vooral veel te lage schoolbanken verleiden de leerlingen om over de tafel te gaan hangen in een voor het lichaam onnatuurlijke houding. Een onnatuurlijke houding van het lichaam, kan bij overbelasting er toe leiden dat er fysieke spanningen in vooral de spieren ontstaan. Hierbij valt niet alleen te denken aan een slechte zitplaats. Maar ook inspanningen om mensen te horen of om verblinding te voorkomen, kunnen ervoor zorgen dat het lichaam in een onnatuurlijke houding wordt gedraaid (Laat je zintuigen niet beperken, 2002).

Aangezien het computergebruik in het onderwijs toeneemt, dient men ook vooral hier rekening te houden met een comfortabele en ergonomische werkplek. Een slechte houding achter de computer kan leiden tot allerlei fysieke klachten, zoals nekpijn en spierpijn. Een bekend probleem is RSI. Scholieren en studenten zijn risicogroepen voor het ontstaan van RSI (www.rsi-centrum.nl). Er zijn vele bedrijven die scholen kunnen adviseren op het gebied van de ergonomie van de leer- en werkplek van een leerling. Alle scholen zouden hier dan ook meer aandacht aan moeten besteden. Een comfortabele leer- werkplek is erg belangrijk om prettig te kunnen leren en daarom zeer gewenst.

Laat je zintuigen niet beperken: Geluid en de leeromgeving. (2002). Zweden / Nederland, Een uitgave van Saint-Gobain Ecophon B.V. Klippan Zweden, Ljungbergs Tryckeri.

De invloed van het binnenmilieu

Het binnenmilieu beïnvloedt in hoge mate het vermogen om kennis te vergaren en over te brengen. Leren vraagt veel aandacht, aangezien de informatie vaak niet alleen nieuw is, maar ook correct moet worden verstaan, bewerkt, begrepen en onthouden. Veel mensen die studeren, opleiden of op de een of ander manier betrokken zijn bij de leeromgeving, zullen de problemen herkennen met betrekking tot het binnenmilieu: geluid, luchtkwaliteit en temperatuur en licht.

Continue reading

Inleiding op onderzoek

Eind 2004 heb ik een onderzoek gedaan naar de fysieke leeromgeving, met als titel: De fysieke leeromgeving; Een onderschatte invloed op het leren.

Het onderzoek richt zich voornamelijk op het voortgezet onderwijs (het is uitgevoerd voor een instelling dat zich richt op het voortgezet onderwijs). Maar de resultaten zijn zeker ook te gebruiken in het academisch onderwijs. Waar wordt gesproken over leerling, kan men dus ook student lezen etc.

In het kader van het Learning Centre TU Delft, zal ik aan de hand van enkele posts, proberen de bevindingen van dit onderzoek weer te geven. Ik begin hier met een inleiding op het onderzoek:

Inleiding
Het onderwijs vormt de basis voor de ontwikkeling van het individu en de samenleving. Het primaire proces van het onderwijs, het leren, vindt voor het grootste deel plaats in het klaslokaal. Het klaslokaal vormt met al zijn (materiële) elementen de fysieke leeromgeving van een leerling. Met de fysieke leeromgeving wordt hier dus bedoeld; ‘de materiële aankleding en inrichting van de ruimte waar het leren plaats moet vinden’.
De fysieke leeromgeving vormt een onderdeel van de totale leeromgeving van een leerling, die men als volgt kan definiëren; “Met leeromgeving bedoelen we het geheel van maatregelen op het terrein van instructie, begeleiding, leertaken, beoordeling en de sociale en fysieke inbedding daarvan, teneinde beoogde leerprocessen te realiseren.” (Roelofs, 2000).

Continue reading

Learning Spaces voorbeelden als inspiratie voor de eigen campus

Inspiratie komt zomaar ineens boven borrelen op onverwachte momenten. Als je op zoek bent naar goede ideeën dan kan het wel eens lastig zijn om die te vinden.

Om een handje te helpen bij het inbeelden van fysieke leerruimten worden hieronder plaatjes getoond die een aardig overzicht geven van tot nu toe uitgevoerde projecten. De plaatjes zijn afkomstig van het e-book ‘Learning Spaces’ onder de eindredactie van Diana Oblinger (ISBN 0-9672853-7-2). 43 hoofdstukken vol met ideeën en zomaar te downloaden vanaf http://www.educause.edu/LearningSpaces. Tussentijds heb ik het boek besteld en binnen gekregen, maar de plaatjes zijn daarin helaas in zwart-wit afgedrukt.
Continue reading

De Ingenieur

In het Delftse universiteitsblad Delta nummer 28 van 2006 wordt verwezen naar discussiestuk ‘Het Delftse ontwerpen als gezicht van engineering: gerevalideerd en gevaloriseerd’ van prof.ir. Adriaan Beukers van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Tussen de regels door wordt een voorzet gegeven voor een invulling van de 3e generatie universiteit, waar valorisatie steeds belangrijker wordt. Er wordt gepleit om de ingenieur weer de plek te geven die hij of zij verdient.
We moeten niet proberen om de ingenieur te plaatsen op de plek van de onderzoeker. Research ofwel “hervinden” houdt impliciet in dat iets bestaands weer wordt opgerakeld, iets bestaands wordt geobserveerd en op het gedrag beoordeeld. De ingenieur daarentegen creëert iets, bouwt iets en probeert iets. In de Delta jaargang 1998 met eveneens nummer 28 heeft prof.dr. Gert Frens deze discussie al eens eerder ingebracht.
Continue reading

Ware kennis en veronderstelde kennis

In de huidige kenniseconomie wordt het woord kennis te pas en te onpas gebruikt. Met kennis worden zowel feiten als competenties bedoeld, zowel inzicht als routine, zowel impliciete als expliciete kennis, en zo zijn er meer onderverdelingen te maken. Doordat deelnemers van projecten verzaken om af te spreken welke definitie voor kennis wordt toegepast lopen verwachtingen nogal eens uiteen. Zo werden er binnen het domein Kennismanagement systemen ontwikkeld om kennis “in te kapselen” en te behouden voor de organisatie in het geval specialisten bijvoorbeeld vanwege pensionering vertrekken.
Tussentijds bestaat alweer de vierde generatie kennismanagementsystemen om betere invulling te geven aan die inkapseling. De eerste drie generaties richtten zich puur op feitenkennis en de ontsluiting daarvan, waar nu eveneens de omliggende en toegepaste context bijgevoegd wordt.

Om de diverse actieve leervormen beter te kunnen omschrijven wordt voor het begrip kennis teruggegrepen naar de definities zoals de klassieke filosofen die gebruikten. Socrates, Plato en Aristoteles hadden al uitgebreide benoemingen van het begrip kennis. Zij maakten nadrukkelijk onderscheid tussen ware kennis en veronderstelde kennis. Hieronder volgt een opsomming van de diverse vormen van kennis die enigszins aan de huidige tijd zijn aangepast en waar tegenwoordige voorbeelden bij worden gebruikt.
 
Continue reading

Netwerkleren als didactische leidraad voor onderwijsinnovatie

Leren in een informatiemaatschappij wordt steeds meer bepaald door het leren in netwerken. Het volgen van (individuele en eenzame) cursussen en trainingen op de computer (computer based training) werd opgevolgd door elektronische leeromgevingen met communicatiemogelijkheden, waarmee communicatie tussen personen maar ook met systemen een belangrijke rol kreeg. Het leren in netwerken krijgt op het Internet steeds meer (verrassend innovatieve) vormen. Echter, deze innovatieve vormen ontwikkelen zich vooral buiten het formele onderwijs.
Continue reading

© 2011 TU Delft