Netwerkleren als didactische leidraad voor onderwijsinnovatie

Leren in een informatiemaatschappij wordt steeds meer bepaald door het leren in netwerken. Het volgen van (individuele en eenzame) cursussen en trainingen op de computer (computer based training) werd opgevolgd door elektronische leeromgevingen met communicatiemogelijkheden, waarmee communicatie tussen personen maar ook met systemen een belangrijke rol kreeg. Het leren in netwerken krijgt op het Internet steeds meer (verrassend innovatieve) vormen. Echter, deze innovatieve vormen ontwikkelen zich vooral buiten het formele onderwijs.

Volgens prof dr Wim Veen is de toekomstige student is een netwerker, hij of zij is gewend om informatie te zoeken met behulp van technologie en met behulp van sociale netwerken Veen & Vrakking, 2006). Informatie wordt gezocht op het moment dat het ergens voor nodig is (instant need). De toekomstige student moet in staat zijn binnen collectieve groepen creatieve oplossingen en nieuwe vormen van economische activiteit te ontwikkelen. Daarnaast komt steeds meer wetenschappelijke en gemeenschappelijke kennis vrij ter beschikking, hetgeen kan worden gebruikt om te leren. Zodoende wordt het leerproces belangrijker dan de inhoud.

Drie soorten van netwerken kunnen worden onderscheiden om te leren:
1.    Interpersoonlijke netwerken. In zowel offline als online communities zitten al diegenen die een rol spelen bij het leerproces.
2.    Neurale netwerken. In onze hersenen worden conceptuele structuren opgeslagen die bewust en onbewust worden aangesproken. Tijdens het leren passen die conceptuele structuren zich aan en breiden zich uit. Als informatie niet in die structuren past gaat het verloren; vergeten heet dat. Complexe problemen worden over het algemeen niet direct opgelost maar spreken het onderbewuste aan. Na een pauze of een nachtje slapen komt de oplossing naar boven; het schiet te binnen.
3.    Technische netwerken met informatie, zoals het world wide web en de bibliotheken, maar ook online onderzoeksresultaten die relevant zijn voor bepaalde problemen.

Met communicatie software en video krijgen we de mogelijkheid om informatie te vergaren en daarover met anderen te communiceren. Dat communiceren, is van groot belang in het leerproces. Leren is eigenlijk niets anders dan het aanpassen van onze conceptuele structuren die zich hebben ontwikkeld (de constructivistische visie) door middel van communicatie met anderen. Door communicatie krijgt informatie betekenis, je begint te begrijpen wat de informatie eigenlijk inhoudt. Wat er mee wordt bedoeld en hoe het kan worden toegepast in een praktijksituatie. Als dat laatste is bereikt dan is informatie omgezet in kennis, kennis is informatie die betekenisvol is gemaakt, die duiding heeft gekregen. Leren kan zodoende worden gedefinieerd als het zoeken naar betekenis en kennis is de communicatie over betekenis. Betekenis geven aan informatie doet ieder op zijn eigen wijze, ieder heeft immers eigen conceptuele structuren in het hoofd. Om aan informatie betekenis te geven moet je communiceren om elkaar zo te helpen de kennis te ‘maken’. Door iets te hebben geleerd krijg je nieuwe inzichten en ontstaan er nieuwe vragen die je als je die ook beantwoordt nieuwe kennis opleveren. Zo bezien kan iemand nooit ophouden met leren. Dat maakt leren als proces ook anders dan het leren volgens een input-output model, waarin een hoeveelheid informatie in iemand wordt gestopt en waarna de output wordt gemeten. Leren is dan een incident met een begin (input) en een meetbaar einde (output).

Goed onderwijs ondersteunt dat een student netwerken van mensen effectief gebruikt (gemakkelijk bereikbaar), technische netwerken altijd ter beschikking heeft (ambient or pervasive technologies) en telkenmale wordt uitgedaagd om aanpassingen van de eigen conceptuele netwerken te expliciteren zodat wordt bijgehouden welke vordering wordt gemaakt, welke weer wordt gedeeld met anderen. Een Learning Space ondersteunt dit netwerkleren maximaal door face tot face communicatie en elektronische communicatie tegelijkertijd te faciliteren binnen een ontspannen omgeving.

Referentie:
– Veen, W., & Vrakking, B. (2006). Homo zappiens: Growing up in a digital age. London: Network Continuum Education

Be Sociable, Share!

Leave a Reply

© 2011 TU Delft